Poorten
Poorten algemeen
Wanneer een pc met client zich aanmeldt bij Wise geeft de client een aantal parameters door, zoals pc-naam, username, domeinnaam etc. Op basis hiervan wordt de poortnaam bepaald. Er zijn verschillende poorten:
- Balie - B
- Internetcatalogus - I
- Pubcat - P
- SIP-automaten - S
- Sip2 Two Factor Authentication
- Internet Werkstation (ARGOS) - W
Per poortsoort moet andere soorten velden worden gevuld.
Clienttype
Door het kiezen van de menu-optie is bij het aanmaken van een nieuwe poort het clienttype (B, I, P, S, W) al bepaald.
Poort
Max. 80 posities. De poort is de poortnaam waarmee de balie zich in het systeem moet aanmelden. Er kan bijvoorbeeld het format ZVVVVXNN worden gebruikt:
Z |
De Z van Zelfbediening. |
VVVV |
4 posities Vestigingscode |
X |
1 positie, is de modus, bijv. B(etaalstation), I(nnamebalie), U(itleenbalie) |
NN |
2 posities, is een zelf gekozen volgnummer |
Voordat een poort wordt aangemaakt, moet er een profiel (zie Profielen) zijn dat voldoet. Anders moet er een nieuw profiel worden aangemaakt. Dat profiel wordt vervolgens aan de poort gekoppeld.
Poorten worden bij het inloggen automatisch aangemaakt. Op een gegeven moment zal er een hele rij van aangemaakte poorten zijn – ook die niet meer gebruikt worden, check de versie en/of laatst gebruikt.
Deze overbodig geworden poorten kunnen eventueel worden verwijderd. Poort te veel verwijderd? Niet heel erg; bij het inloggen wordt vanzelf weer een aangemaakt – maar wel de default-instellingen (configuratie) dus nog weer aanpassen.
Check: SELECT * FROM poorten_config p;
Wanneer id=0 : dit zijn de default-instellingen.
Wanneer id=n : poort n heeft afwijkende regels in gebruik.
Wordt er handmatig een poort aangemaakt waarvan de unieke sleutel al in gebruik is, dan wordt dit gemeld:
Balie
Knop Detail
Via 'Detail' (1) wordt het volgende scherm geopend:
Veld | Uitleg |
---|---|
Clienttype |
Voor elke fysieke client moet een poort worden aangemaakt zodat het systeem weet met welke (soort) client hij te maken heeft bij server-requests. |
Poort |
Unieke poort-id. Het veld is te muteren, bijvoorbeeld in geval van het vervangen van een defecte pc door een nieuwe. |
Status |
Status van het werkstation. Mogelijke waarden: 0 = Onbevestigd |
Vestiging |
Aan de poort wordt een vestiging gekoppeld, evenals een profiel en eventueel – als het een betaalstation betreft – een kasnummer. Ook handig bij het toekennen van rollen bij een gebruiker: Een poortvest bij een poort geeft aan dat een client in een specifieke vestiging staat. Het is met name relevant als je bij de bevoegdheden verschillende rollen per vestiging toekent aan dezelfde gebruiker en wilt dat een gebruiker op een client alleen rollen kan kiezen die bij de vestiging van die client horen. Je limiteert dan de rolkeuze daarmee. Als je hem niet invult kun je gewoon vrijelijk een rol+vestiging kiezen tijdens het inloggen als je meerdere rollen hebt. |
Omschrijving |
|
Kas |
Standaard wordt op de kas van de vestiging geboekt. Staat er echter een kasnummer ingevuld bij de poort dan overrulet deze de kas van de vestiging. |
Profiel |
Nummer en omschrijving van het balieprofiel dat gebruikt wordt. |
Toegangscode |
Toegangscode voor het automatisch aanmelden van de client. De code mag bestaan uit maximaal acht karakters en kan dus uit cijfers en letters bestaan. Als een toegangscode is ingevuld, zal de client altijd automatisch starten met de opgegeven toegangscode (mits de inlog bekend is bij de bevoegdheden: Manager > Toegangscodes en bevoegdheden). Is er géén toegangscode opgegeven, dan zal bij het opstarten om een toegangscode worden gevraagd. |
Catalogus definitie |
De bijbehorende catalogus definitie. |
Mijn Menu-methode | De bijbehorende Mijn Menu-methode. |
Breedtegraad |
GPS-longitude, voor routebepaling en volgen bibliobus |
Lengtegraad |
GPS-latitude, voor routebepaling en volgen bibliobus |
Environment |
In dit veld is de java_versie zichtbaar en op welke windowsversie deze java-versie draait. |
Knop Geluid
Klik op de knop 'Geluid' (2) om per poort voor een melding of een actie (Melding algemeen, Foutmelding algemeen, Standaard geluidssignaal, Melding al uitgeleend etc.) een geluid te kiezen. De geluidsbestanden komen per systeem beschikbaar en worden door OCLC aangeleverd. Er kunnen dus geen bestanden worden gewijzigd of nieuw worden toegevoegd, tenzij dat via OCLC wordt geregeld.
Per poort zijn default regels gedefinieerd die door het systeem worden gebruikt als er geen uitzonderingen zijn gedefinieerd. Het ID = 0.
Per poort (pc) kan een instelling gewijzigd worden. Bij dat ID wordt dan een nieuwe regel aangemaakt.
Via Baliebeheer > Personeelsbalie > Default geluid-instellingen kunnen aanpassingen worden gedaan als ze moeten gelden voor het gehele systeem.
Knop Configuratie
De PC configuratie is te vinden onder de knop 'Configuratie' (3). Deze optie omvat de configuratie van een client, denk aan:
- Hardware (RFID hardware, bonnenprinter, GPS-ontvanger)
- Instellingen als ISIL-code, centrale noodbestanden-map vestiging, etc.
- Zelfservice-instellingen van de personeelsbalie in zelfservice-mode (wel/niet innemen, uitlenen, bonprocedures, afsluitcode)
Per poort zijn default regels gedefinieerd die door het systeem worden gebruikt als er geen uitzonderingen zijn gedefinieerd. Het ID = 0.
Per poort (pc) kan een instelling gewijzigd worden. Bij dat ID wordt dan een nieuwe regel aangemaakt.
Bij alphanumerieke velden van de PC configuratie is de maximale lengte 50 posities.
Via Baliebeheer > Personeelsbalie > Default configuratie-instellingen kunnen aanpassingen worden gedaan als ze moeten gelden voor het gehele systeem.
'Laatst gebruikt' staat standaard op 01-01-1900; wordt gevuld met de datum van het laatste gebruik van die werkplek. Met 'Verwijder' worden de default waarden weer teruggezet zoals ze in de systeemtabel zijn opgenomen.
Melding 'Mifare driver al in gebruik'
In sommige gevallen kwam de melding dat een mifare driver al in gebruik was. Dit werd, zo bleek, veroorzaakt doordat de waarde voor de mifare unlockfunctie standaard op 'true' stond. Hierdoor leek de client direct lijkt te verdwijnen na het starten, te herkennen aan het lampje op de reader: dat gaat dan knipperen.
Deze functie is bedoeld om van een publiekspc een personeelsstation te maken, door het scannen van een medewerkerspas.
Om de default goed te zetten moet de waarde op 'false' worden gezet: manager > Poort- en profielbeheer > Poorten > Balie > knop configuratie > met filter de sleutels mifare.unlock.hide.client en mifare.unlock.supported
opzoeken en aanpassen.
Het kan ook direct via mysql:
update poorten_config set waarde='false' where sleutel like 'mifare.unlock.%' and id=0;
Bij nieuwe systemen wordt dit vanzelf standaard op 'false' gezet. Bestaande klanten wordt aangeraden de instellingen te controleren en goed te zetten.
Internet catalogus
Dit wordt door OCLC in overleg met de klant ingesteld.
Pubcat
Dit wordt door OCLC in overleg met de klant ingesteld.
Sip-automaten
Veld | Uitleg |
---|---|
Clienttype | Automatisch ingevuld |
Poort | Unieke poort-id. |
Status |
Status van het werkstation. Mogelijke waarden: 0 = Onbevestigd |
Mag landelijk lenen? |
Deze optie bepaalt of de systeemvestiging mag worden aangeboden. Kan alleen bij de VDX en de A-select clients. |
Vestiging | De vestiging die bij het SIP2 automaat hoort. |
Omschrijving | Omschrijving van het SIP2 automaat. |
Kas | De kascode die bij het SIP2 automaat hoort. |
Bank | De bankcode die bij het SIP2 automaat hoort. |
Wachtwoord | SIP2 wachtwoord. |
Profiel | Kies het profiel dat bij deze poort hoort. |
Poortinfo groep |
Maak een keuze uit de tabel. Deze omschrijvingen zijn bedoeld om rapportages te verduidelijken. In plaats van de meer anonieme codes worden de omschrijvingen uit de poortinfo groep getoond, waardoor eventuele afwijkingen (bijv. een inname-automaat die betalingen doet) eerder opvallen. -- SipPoort Publieksnaam Codes tbv poorten.poortinfogroep |
Sip2 Two Factor Authentication
Internet werkstation (Argos)
Veld | Uitleg |
---|---|
Clienttype | Automatisch ingevuld |
Poort | Unieke poort-id. |
Status |
Status van het werkstation. Mogelijke waarden: 0 = Nieuw |
Vestiging | Vestiging die bij dit werkstation hoort. |
Omschrijving | |
Profiel |
Rapport maken van instellingen
Via de knop 'Rapport' in het eerste scherm kan een rapport worden gemaakt van alle instellingen per poort (keuze van kolommen, max. 10).
Via de knop 'Geluid' (en idem via 'Configuratie') kom je bij een scherm met een lijst van alle mogelijke instellingen. Wat daarvan wordt 'gebruikt' - en daardoor dus afwijkt van de standaard instelling - staat bovenaan. Via de knop 'Rapport' in dat scherm wordt een rapport gemaakt waarop alleen de AFWIJKENDE instellingen worden getoond.
Nieuwe poort aanmaken t.b.v. Sip2
Ga naar (alleen voor betaalautomaat) > Wise > Financiën > Boekingsstructuur > Dagboeken > Kassen / Banken / Chip
Indien de automaat contant geld ontvangt, maak een kas-code aan (Kxxx)
Indien de automaat pinbetalingen ontvangt, maak een bank-code aan (Byyy)
Indien de automaat chipbetalingen ontvangt, maak een chip-code aan (Sxxx) (xxx is gelijk aan de kas van deze automaat)
Bij de omschrijving van de code kan (A) aan het einde worden opgenomen, zodat eenvoudig te zien is dat het om een automaat gaat.
Ga naar Wise - Poort- en profielbeheer - Profielen - ZUS profielen
Kijk of er een geschikt profiel is voor de toe te voegen automaat.
Maak eventueel een profiel aan
Ga naar Wise - Poort- en profielbeheer - Poorten - Self-service
kies "Nieuw"
Vul bij poort de nieuwe code in.
We proberen hierbij het volgende patroon aan te houden:
Z <code vestiging> <B|I|U|C> <volgnummer>
Hierbij zijn de volgende letters in gebruik:
B = betaalautomaat
I = inname automaat
U = uitleen automaat
C = combinatie inname / uitleen en conversie
Dus de eerste betaalautomaat in vestiging 1234 wordt Z1234B01
Kies bij vestiging de juiste vestiging voor de automaat (gelijk aan de vestigingscode in de naam).
Bij omschrijving kan een herkenbare beschrijving van de automaat worden opgegeven.
Als profiel kies het eerder bepaalde of aangemaakte profiel.
Als het om een inname of uitleen automaat gaat, is de configuratie nu klaar.
Bij een betaalautomaat moet ook kas en/of bankcode worden ingevuld.
Bij kas wordt de Kxxx code van de vestiging of automaat ingevuld.
We adviseren voor ieder automaat eigen boekingscodes te maken, zodat de geldstromen eenvoudig gesplitst kunnen worden.
Alleen voor betaalautomaat:
Kies de B-code voor Bank