Rapportbeheer
Routering
Met de rapportroutering is het mogelijk om gebruik maken van een replicamachine. Op deze machine kunnen vrijwel alle rapporten worden gemaakt waardoor de productiemachine niet wordt belast. De route naar de productie- en replicamachine worden gedefinieerd door een alias: de replica wordt aangeduid met het alias birt, de productie met het alias birt1.
De definities zijn opgenomen in de configuratie van de manager (bxmgwt2.config) en de configuratie van de applicatieserver (bwise.config) of in de jnlp-configuratie van de client. De definities in bxmgwt2.config moeten gelijk zijn aan die in bwise.config of de jnlp-config.
Indien er sprake is van een replicamachine dan is de standaard-url:
- birt.url=http://[naam_van_de_replica]/birt/frameset?__report=birt/rapport/
en
- birt.url.birt1=http://[naam_van_de_productie]/birt/frameset?__report=birt/rapport/
Of in de jnlp:
- <property name="jnlp.birturl.birt1" value="http://[naam_van_de_productie]/birt/frameset?__report=birt/rapport/"/>
De naam van alias birt1 wordt gepresenteerd in de listbox van rapportroutering, hierover later meer.
De alias birt1 wordt ook getoond in de client via Client > Vestigingsbeheer > Werkplekbeheer > Configuratie > Tabblad 'Sessiegegevens'. In dit scherm wordt het adres (url) van de standaard birtserver getoond (veld 'Basis birturl'); het volgende veld ('Host birt') toont de adressen van de alternatieve birtservers.
Bij elk url wordt getoond waar deze is geconfigureerd: server of client.
Rapportbeheer in de manager heeft alleen betrekking op rapporten die worden aangevraagd vanuit de client.
Als rapporten worden aangevraagd vanuit de manager dan moeten die altijd draaien op de productie-omgeving; de birt-URL van de manager moet dus verwijzen naar wisedb. Daarnaast bevat de configuratie van de manager de alternatieve birt-URL (birt1) voor birtprod.
In dit onderdeel wordt aangegeven welke rapporten op de productieserver moeten worden uitgevoerd. In principe zijn dit maar een paar rapporten die niet op de replica kunnen worden gemaakt omdat ze mutaties uitvoeren.
Als voor een rapport geen route is vastgelegd dan geldt de standaard route; dit is de route naar de replicaserver.
Om een rapport op de productie te laten draaien:
- Kies bij Rapport het betreffende rapport uit de listbox.
- Kies bij Host de host uit de listbox. Dit is dus vrijwel altijd birt1.
- Klik vervolgens op 'Voeg toe'.
Het rapport wordt in de route-tabel opgenomen. Een toegevoegd rapport wordt achteraan gezet. Mocht het lijken alsof er niets is toegevoegd, blader dan door naar het einde.
Lijst van ‘schrijvende’ rapporten:
functie | omschrijving | rapport | birt_host_id |
---|---|---|---|
rapport009 | Bezitstatistiek (009) | report009 | birt1 |
rapedu041 | Genereer wachtwoorden | rapedu041 | birt1 |
rapport20 | Exemplaren actielijst (20) | rap020 | birt1 |
rapport24 | Budget overzicht (24) | budget-report | birt1 |
rapport311 | Kastlijst Reserveringen (311) | rap311 | birt1 |
rapport92 | RCB voortgang | rap092 | birt1 |
rapport94 | BCB Kast voortgangsrapport (94) | rap094 | birt1 |
rapport831 | Journaalverslag | rap831 | birt1 |
rapshopraap | Raaplijst | rapshopraapa | birt1 |
Replicaserver: alleen gegevens opvragen – niet wijzigen
Op de replicaserver kunnen uitsluitend rapportages worden gedraaid waarbij er geen gegevens in de database worden gewijzigd. Dit is geen probleem voor veel rapportages.
Maar: als een rapportage tevens gegevens wegschrijft, dan volgt een foutmelding op de replicaserver.
Bijvoorbeeld rapedu041 – Genereer wachtwoorden. Dit rapport maakt schoolWise wachtwoorden aan en kan daarom NIET op een replicaserver worden uitgevoerd; dit moet op de productieserver.