[INTERN] Wat zijn de verschillen tussen CC CultuurConnect en NL
Antwoord
Leners
-
Gebruik eID-kaart en rijksregisternummers als pasnummer en om in te schrijven
-
Aparte kaartlezer, die de gegevens overneemt en in Wise zet
-
Klant kan lid zijn in meer bibliotheken:
-
kan dan meer passen hebben en toch maar 1 actor_id. De regels van elke pas hangen dan af van het reglement van de instantie waar de pas geldig is
(systeemoptie PIEABON per instantie een eigen abonnement op ja, systeemoptie AELHKEN Alleen eigen LENERS herkennen op ja)
-
Klant kan ontdubbeld worden: is hij in meer vestigingen ingeschreven, dan wil CC dat deze klant maar 1 keer voorkomt in het systeem. ER wordt gekeken naar Rijksregisternummer, familienaam, geslacht en geboortedatum en het hele systeem wordt doorzocht op dubbele klanten. ( in Nederland wordt RR weggelaten, komt adres erbij en wordt gezocht in de vestigingen die zijn opgenomen in VSL (accepteert klanten van)
(Systeemoptie ONTKCLI moet aan staan)
-
Betalende abonnementen worden niet verlengd maar opgezegd/gestopt en opnieuw ingeschreven op het einde van de looptijd.
-
Gratis abonnementen worden soms wel automatisch verlengd, maar met voorwaardelijk einde
-
Abonnementstructuur is voor alle instanties gelijk, ab_nr 1 is overal jeugd, 60 is overal volwassene:
-
maar de criteria van de abonnementen kunnen wel verschillen. Jeugd kan zijn tot 12, of to 16, of tot 18
-
reglementen kunnen wel per instantie verschillen, ab_nr 60 mag in instantie A 6 boeken lenen, in instantie B 10 voor die abonnement, behalve
-
in samenwerkingsgroepen moeten ze wel weer gelijk zijn.
Portal
CC gebruikt geen wiseportal, maar aquabrowser voor Mijn Bibliotheek, via API-calls wordt de info uit Wise gehaald.
Reserveringen
-
Reserveringen worden geteld per instantie of per samenwerkingsgroep
-
Afhandeling intern IBL
-
Omlabelen naar landelijk nummer
-
(systeemoptie AEEHKEN alleen eigen EXEMPLAREN herkennen op ja)
-
Als ex. Van instantie A op transport moet naar instantie B en een eigen nummer heeft, zal B dit nummer niet herkennen. Daarom wordt exemplaar verplicht omgelabeld bij het op transport gaan, en dit proces kan niet worden gestopt.
-
Systeemoptie NOILLCH=overslaan (ILL) reservering controle tijdens het innemen, d.w.z. dat een uitgeleend exemplaar dat in aanmerking komt voor intern IBL bij inname niet meteen aan de IBL wordt toegewezen, maar eerst binnen wordt gezet en dan op de kastlijst komt. Dit om te voorkomen dat niet alle medewerkers geconfronteerd worden met het omlabelen van een exemplaar met een zebra die alleen in de eigen bibliotheek herkend wordt
-
aantal exemplaren thuis kunnen op systeem- of instantieniveau geteld worden
-
Systeemoptie NOILLCH=overslaan (ILL) reservering controle tijdens het innemen, d.w.z. dat een uitgeleend exemplaar dat in aanmerking komt voor intern IBL bij inname niet meteen aan de IBL wordt toegewezen, maar eerst binnen wordt gezet en dan op de kastlijst komt. Dit om te voorkomen dat niet alle medewerkers geconfronteerd worden met het omlabelen van een exemplaar met een zebra die alleen in de eigen bibliotheek herkend wordt
-
FASTDEL EN FASTDEN: vanuit de aquabrowser kan worden aangegeven of je een B-exemplaar meteen wil ophalen bij reservering. Als de optie FASTDEL gezet wordt, wordt in de reserveermethode een regel toegevoegd om de kosten voor Direct Ophalen in te stellen
-
Wachtdagen Intern IBL: in de vestigingsgegevens op tabblad exemplaren kun je aangeven na hoeveel dagen een exemplaar dat via intern IBL gerserveerd is, op de kastlijst komt,
Magazijn module
https://help-nl.wise.oclc.org/Front_office/Magazijn_module
Samenwerking (sgroepen)
-
0 (nul): geen samenwerking
-
1: één keer contributie betalen
-
elke lener betaalt 1x contributie in een bibliotheek van de samenwerking. Wordt gedurende de looptijd van het abonnement van instantie A ook ingeschreven in instantie B, dan wordt de looptijd van dat abonnement in instantie B gelijkgetrokken met de looptijd in instantie A.
-
Verschillende reglementen
-
Overige kosten worden per bibliotheek apart afgerekend
-
2: één reglement
-
elke lener betaalt 1x contributie in een bibliotheek van de samenwerking en hoeft maar in 1 vestiging ingeschreven te zijn, kan dan in alle vestigingen van de samenwerking lenen (VSL-groep) (systeemoptie PIEABON per instantie een eigen abonnement op nee)
-
Overige kosten worden per bibliotheek apart afgerekend
-
In alle bibliotheken geldt eenzelfde reglement, bijv. 77Route42, in de vestiging I350, I351, I352, I353, I354, I355
-
3: één financiële organisatie
-
3A: Regiolidmaatschap
-
elke lener betaalt 1x contributie in een bibliotheek van de samenwerking en hoeft maar in 1 vestiging ingeschreven te zijn, kan dan in alle vestigingen van de samenwerking lenen (VSL-groep)
-
Alle kosten kunnen in elke bibliotheek worden afgerekend
-
In alle bibliotheken geldt eenzelfde reglement, bijv. 77Route42, in de vestiging I350, I351, I352, I353, I354, I355
-
3B: Regiolidmaatschap met (frequent) transport
-
elke lener betaalt 1x contributie in een bibliotheek van de samenwerking en hoeft maar in 1 vestiging ingeschreven te zijn, kan dan in alle vestigingen van de samenwerking lenen (VSL-groep)
-
Alle kosten kunnen in elke bibliotheek worden afgerekend
-
In alle bibliotheken geldt eenzelfde regelement, bijv. dijk92, route42
-
Lener kan reserveren, lenen en terugbrengen in elke bibliotheek (VSL-groep, res.netwerk)
-
3C: als 3B, maar met floating collectie en 'centrale communicatie'
In de instantie-instellingen in de manager zie je in welke samenwerkingsgroep een instantie valt.
Aan de instellingen in de manager zie je niet in een oogopslag welke vorm van samenwerking er is.
Je moet daarvoor echt verder kijken, bijv. naar de instellingen van de vestigingsgroepen of in de vestigingsgegevens naar de reglementen.
In België wordt het regelement van de uitlenende vestiging gehanteerd bij zaken zoals het berekenen van boetegeld. In NL wordt dit bepaald door de innamevestiging, dus net andersom