Netwerken
In een 'netwerk' worden groepen vestigingen gekoppeld voor een specifieke functie/toepassing in OCLC Wise.
(TABNTG) Netwerksoorten
Via Beheer organisaties > Netwerken en vestigingsgroepen > Netwerken > (TABNTG) Netwerksoorten wordt weergegeven welke verschillende netwerksoorten bekend zijn in OCLC Wise. De volgende soorten netwerken kunnen worden toegepast:
| Code | Netwerk |
|---|---|
|
TOP |
Toplijsten |
|
PRF |
Aanwinstenprofielen |
|
RES |
Reserveringsnetwerken (voor het definiëren van zoek- en ophaalnetwerken) |
|
Als er geen ophaalnetwerk is gedefinieerd, wordt teruggevallen op het reserveringsnetwerk. |
|
(G_NET) Netwerken
Via Beheer organisaties > Netwerken en vestigingsgroepen > Netwerken > (G_NET) Netwerken kunnen voor de gedefinieerde netwerksoorten de netwerken worden ingevuld. Een netwerk is hierbij een groep vestigingen, welke vestigingen behoren tot het netwerk. Elk netwerk krijgt binnen de gekozen (netwerk)soort een unieke code. Per netwerk kan een omschrijving worden meegegeven en per vestiging kan een volgnummer worden toegekend.
Kenmerken:
- Elke netwerk moet een uniek netwerknummer (code) van vier posities krijgen.
- Bij voorkeur worden de netwerken genummerd met een hoofdletter op de eerste positie en met een volgnummer van drie posities.
- Bij het definiëren van de netwerken mogen alleen vestigingsnummers worden gebruikt, dus géén Ixxx, 9999, Vxxx.
In het vestigingenbestand kan per vestiging worden opgegeven welk aanwinsten-netwerk moet worden gebruikt voor het tonen van de aanwinsten/versturen van de aanwinsten. Ook kan per vestiging worden opgegeven welke toplijstgroep moet worden gebruikt voor het tonen van de toplijsten.
Reserveringsnetwerken
De reserveringsnetwerken worden gebruikt bij de RMT-instellingen in het onderdeel reserveren. Een (reserverings)netwerk kan worden gebruikt voor het bepalen van:
- Welke vestigingen kunnen exemplaren leveren. Bij voorkeur wordt hiervoor een Nxxx codering van het netwerk gebruikt.
- Welke vestigingen kunnen exemplaren leveren ten behoeve van regio-reserveringen. Bij voorkeur wordt hiervoor een Rxxx codering van het netwerk gebruikt.
- Uit welke vestigingen mag een klant de ophaalvestiging kiezen. Bij voorkeur wordt hiervoor een Oxxx codering van het netwerk gebruikt.
Theoretisch kan een gedefinieerd voor beide instellingen worden gebruikt. Dus een gedefinieerd reserveringsnetwerk wordt voor zowel 'leveren' als 'ophalen' gebruikt. Bij voorkeur wordt echter een apart netwerk voor het verschillende gebruik gedefinieerd. Voor ophaal-reserveringsnetwerken kan hiermee de volgorde worden aangestuurd hoe ophaalvestigingen worden getoond.
Bij de lever-reserveringsnetwerken kan per vestiging worden aangegeven of er aan het netwerk geleverd wordt. Bij gebruik van 'Netwerken' wordt verwacht dat alle (levervestigingen) leveren.
Via de speciale vestigingsgroep V998 kan worden aangestuurd dat bepaalde vestigingen NOOIT leveren aan netwerken.
Windowtime
De windowtime (tijdstip leveren nieuwe materialen aan het reserveringsnetwerk) wordt ingesteld in de RMT-reserveringen (dus per materiaalsoort); hier kan per vestiging een afwijkende windowtime worden ingesteld.
Deze functie kan worden gebruikt wanneer een bepaalde vestiging eerder kan/mag leveren, bijvoorbeeld een achtergrondcollectie (zie ook Vestigingsgroepen (V994)).
Voor het instellen van de windowtime per vestiging zijn twee velden beschikbaar:
-
Windowtime voor leveren aan het netwerk (na escalatie):
Het aantal hier ingestelde dagen gaat pas tellen nadat de escalatie heeft plaatsgevonden. Voor de escalatie worden de instellingen uit de RMT-reserveerinstellingen gevolgd. Als de vestiging direct kan leveren, wordt het aantal dagen 0. Default is het veld leeg: leeg = volg de instellingen in de 'RMT-reserveerinstellingen'. -
Windowtime voor leveren aan het netwerk (direct):
De reservering kan ONGEACHT de instellingen in RMT-reserveerinstellingen, direct of eerder worden geleverd door deze vestiging (bijvoorbeeld de achtergrond collectie).