Financiële details
Doel
Deze optie geeft een overzicht van de financiële details. Soms is het noodzakelijk om in detail onderzoek te doen naar een groep boekingen. Hierbij is het van belang om de juiste selectie op te geven voor het beoogde doel: wordt er onderzoek gedaan naar het ontstaan en/of naar het sluiten van posten? Boekingen ontstaan in de instellingen binnen het OCLC Wise-systeem, en door het gebruik van OCLC Wise.
Een post ontstaat:
- Binnen een Financiële Organisatie (FO).
- De boekingscode geeft aan wat het is (contributie, boete, etc. tussen 1000-5999).
- In een bepaalde (ontstaans)periode.
- Een post wordt altijd toegerekend aan een vestiging: de opbrengstvestiging.
- Deze vestiging is onderdeel van een (opbrengst)instantie.
- De bron geeft aan in welke functie van OCLC Wise de post is ontstaan.
Een post wordt gesloten:
- Sluiten = Ontvangen of Afboeken.
- In een dagboek (kas, bank, giro, etc.).
- In een bepaalde (ontvangst)periode.
- Een dagboek wordt altijd beheerd door een instantie: de ontvangstinstantie.
- In combinatie met het verwerken van bestanden met betalingen (ontvangsten) (GMU etc.) kan per verwerkingsbatch een batchnummer worden toegekend. Op dit batchnummer kan worden geselecteerd.
Selectie
Velden met een * moeten verplicht worden ingevuld.
Veld | Uitleg |
---|---|
Boekingscode* |
Vul de boekingscode in (tussen 1000 en 5999) voor het tonen van een specifieke boekingscode of meerdere boekingscodes. |
Ontstaansperiode* |
Vul de datum in van … t/m … wanneer het ontstaan van de posten in het rapport getoond moeten worden worden. |
Instantie |
Vul de instantie in waarvan het rapport getoond moet worden. (leeg = toon alle (opbrengst) instanties) |
Vestiging |
Vul de code van de (opbrengst)vestiging(en) in waarvan het rapport getoond moet worden. Alléén invullen wanneer de posten van een bepaalde vestiging getoond moeten worden. (leeg = toon alle vestigingen) |
Ontstaansbron |
Vul de ontstaansbron in van de boeking. Kies uit: B – Balie, client Op het overzicht kunnen posten voorkomen met code X en F: X: 'X' regels blijven over als een klant meer geld betaalt via de automaat dan er registraties zijn. Het overschot wordt op tegoed geboekt, en gemarkeerd als bron 'X' (eXtra). F: 'F' regels zijn ontstaan door het aanmaken van een faktuur. Leeg: Toon alle bronnen. *** Soms kunnen ook voorkomen: |
Dagboek |
Vul de dagboekcode in: Kxxx; Bxxx; Gxxx; Sxxx; Rxxx; Axxx De Axxx dagboeken zijn de dagboeken waarin alle afboekingen (kwijtschelden) worden geregistreerd. Het nummer (xxx) geeft de reden van afboeking weer. 100 – 199 worden gebruikt voor handmatig kwijtschelden van contributie 200-299 worden gebruikt voor het handmatig kwijtschelden van de overige (niet contributie) posten |
Ontvangstperiode |
Periode waarover de ontvangsten/afboekingen gerapporteerd moet worden. Datum van … t/m … invullen. |
Ontvangstinstantie |
Vul de instantie in waarin de ontvangsten zijn gedaan. |
Batchnummer |
Vul de eerste vier cijfers van het batchnummer in. Voor de werking van batch-ontvangsten, zie Batch-ontvangsten. |
Sortering* |
Selecteer: 1 – Dagboek: sorteer gegevens rapport op dagboek (toont ALTIJD zowel op- als afboekregels) 2 – Boekingscode: sorteer gegevens rapport op boekingscode |
Afdrukken* |
Selecteer welke regels in het rapport getoond moeten worden: 1 – Opboekregels: toon alleen opboekregels 2 – Opboekregels + afboekregels: toon zowel op- als afboekregels |
Overzicht/Uitvoer
1 – Opboekregels (dus ALLEEN de gegevens van het ontstaan van de posten)
Toelichting:
Kolom | Uitleg |
---|---|
omschrijving | De omschrijving zoals deze is opgenomen in de tabel Accounting. |
toelichting 1 | Geeft toelichting bij de kolom 'omschrijving'. E = Exemplaar + id. nummer van exemplaar. T = Indien van toepassing wordt in dit veld de titel getoond, bijvoorbeeld na betaling van een reservering. S = Titel en uitvoerenden (S Stoel). |
toelichting 2 | Geeft toelichting bij de kolom 'omschrijving'. Als E bij toelichting 1: exemplaar id van exemplaar Als T bij toelichting 1: titelnummer Als S bij toelichting 1: code voor uitvoering |
pid | Persoonsnummer van de baliemedewerker. |
regeling | Regeling is gevuld met een datum bij een betalingsregeling. |
deurwaarder | Datum waarop de post is overgedragen aan de deurwaarder. |
groot opboek | In welke (journaal) periode de opbrengst is geboekt (optie). |
2 – Opboek- en afboekregels
Toelichting:
Gele kolommen: Opboekregels
Rode kolommen: Afboekregels
Op de laatste pagina wordt het totaal afgedrukt.