Berichtvoorkeurmethode
De berichtsoorten worden vastgelegd in de berichtvoorkeurmethode, deze is te vinden in de manager bij Producten en Diensten > Abonnementen > Abonnementsmethodes > Berichtvoorkeurmethode.
Per berichtsoort wordt vastgelegd op welke wijze het bericht kan worden verzonden. De wijze waarop het bericht moet worden aangemaakt/verstuurd ligt vast in de berichtvorm. In het Overzicht Berichten per klasse is per berichtsoort aangegeven welke berichtvormen worden ondersteund. In de berichtvoorkeurmethoden moet per instantie worden ingesteld welke combinaties van berichtsoort/vormen moeten worden ondersteund.
Berichtvoorkeur vastleggen
De berichtvoorkeuren worden op instantieniveau vastgelegd en vervolgens toegevoegd aan een abonnementsdefinitie.
Per instantie kunnen een of meerdere methodes worden gedefinieerd.Per abonnement kan worden ingesteld welke methode wordt gebruikt. Dit geldt alleen niet voor de CNF en CNH berichten: hiervoor wordt de berichtvoorkeurmethode van de (hoofd)vestiging gebruikt. zie Vestigingen. Met de systeemoptie ABONCNF (Abonnement bepaalt CNF ipv vestiging) kan worden ingesteld dat er voor CNF/CNH berichten wel de berichtvoorkeurmethode uit de abonnementsdefinitie wordt gevolgd.
Per methode kan voor de verschillende berichten (met een tabblad per berichtklasse) worden ingesteld uit welke berichtvormen een klant mag kiezen:
Onderdeel | Uitleg |
---|---|
1 - Tabblad per berichtklasse | Elke berichtklasse heeft een eigen tabblad. Hierbinnen staan alle relevante berichtsoorten waarvoor een berichtvoorkeur kan worden ingevuld. |
2 - Berichtsoorten | De berichtsoorten waarvoor een berichtvorm kan worden ingevuld. |
3 - Gewenste berichtvorm(en) | De gewenste berichtvorm. Dit kunnen ook meerdere berichtvormen zijn waar de klant uit kan kiezen (bijvoorbeeld 'MF' of 'MI'). |
4 - Keuzemogelijkheid klant | De linkerkolom geeft de berichtvormen weer waar de klant uit mag kiezen in Mijn Menu. Ook vanuit de client kan per klant de berichtvoorkeuren van een klant worden ingesteld. |
5 - Default | De rechterkolom geeft aan welke standaard (default) het systeem moet nemen als bij de klant geen voorkeur is ingesteld. Deze default wordt aangenomen tijdens het inschrijven van een nieuwe klant en bij afwezigheid van de default bij bestaande klanten. |
Als OCLC Wise geen berichtvoorkeurmethode kan bepalen, zal het werken met de per bericht op systeemniveau (TABXBF) ingestelde default. Ook als de ingestelde default in de voorkeurmethode niet kan worden toegepast, zal deze op systeem-instelling terugvallen.
Is bij vorm GEEN letter ingevuld (zelfs geen Z) dan wordt de keuze NIET getoond in de client.
Berichtvormen
In de berichtvoorkeurmethode zijn de volgende berichtvormen beschikbaar:
Vorm |
Toelichting |
---|---|
Bericht in een bestand |
De vorm mag alleen in de C-klasse-berichten worden gebruikt. Voor CNF en CNH worden twee exportvormen ondersteund: B = aanmaak in (OCLC Wise)XML-format Voor CNI moet altijd als vorm B worden ingesteld (=SEPA-incasso). |
Bericht versturen per e-mail |
Hiervoor moet de vorm = M(ail) worden gebruikt. |
Bericht versturen per sms |
Hiervoor moet de vorm = S(ms) worden gebruikt |
Bericht opnemen in de inbox van de klant |
Hiervoor moet de vorm = I(nbox) worden gebruikt |
Bericht altijd afdrukken via een printer |
Hiervoor moet de vorm = F(ormulier) worden gebruikt |
Niet versturen bericht |
Met de vorm = Z wordt aangegeven dat een bericht niet moet worden verstuurd. Voor een aantal berichtsoorten kan de klant hiermee aangeven dit soort berichten niet te willen ontvangen (bijvoorbeeld inleverattenties). |
Uitsluitende berichtvormen
Als er binnen een berichtsoort meerdere vormen worden aangeboden aan de klanten dan zullen de keuzemogelijkheden ook logisch (en begrijpelijk) voor de klant moeten zijn. Daarom sluiten de vormen F(ormulier), B(estand) en D(ataB) elkaar uit. Er kan maar een van deze mogelijkheden (per berichtsoort) worden aangeboden.
Per post
Omdat de vormen F(ormulier), B(estand) en D(ataB) voor een klant altijd leiden tot het ontvangen van “post” zullen deze vormen in de gebruikersinterface naar de klant altijd als “P = Per post” per post worden aangeboden. De klant wil het bericht per post ontvangen. In de afhandeling van de keuze van de klant zal OCLC Wise een keuze voor P=post vertalen naar de achterliggende vorm (F,B of D).
Terugval
Voor HRx, IVx en RSO wordt een berichtregel I geschreven als er géén Berichtvoorkeur voor F is ingesteld. Het idee is dat bij het ontbreken van terugval F er toch iets met het bericht wordt gedaan. Maar daarvoor zijn dan wel stuurregels nodig (voor I).
HERVZM verzamelt berichten en schrijft regels in tabel berichten (de 1e fase voor de berichtenverwerker). HERVZM bepaalt de Berichtvoorkeurmethode en daarbij is vastgelegd dat voor een aantal berichtsoorten (HRx en IVx), bij alleen voorkeur M, de terugval altijd F is als een emailadres ontbreekt.