Doorgaan naar hoofdcontent

 

OCLC Wise Support NL

Systeemtabellen Lokaal plaatsen

clipboard_ea2c038da0505bcfca7a0155986f015a4.png

(PLTAFD) Afdelingen

Per vestiging moeten in deze tabel de afdelingscodes + omschrijvingen worden gedefinieerd voor de afdelingen die in de kasttabel mogen worden gebruikt.

Een wijziging in de tabel-omschrijving zal (pas) in de nachtverwerking worden doorgezet naar de exemplaren.

Veld Uitleg

Code

3 pos

Omschrijving

30 posities - de omschrijving wordt voor de kastomschrijving getoond

NB positie 1-2 (als pos3 een spatie is) kan apart in de Wisecat+ getoond worden bij gebruik van de tabellen TABMRW-TABMRA, om de verdieping aan te geven (op onderstaand plaatje het '2e' in het 'plectrum').

clipboard_e8a1c128f289f26b95b2ed94b5da24c14.png

 

Zo kun je de lokale situatie duidelijker maken.

(PLTOND) Onderverdelingen

Als bij een kast meerdere sorteerbakken of meerdere plekken op de plattegrond nodig zijn kan deze hulptabel worden gebruikt.

clipboard_e0cc9bbaffa0dc7bdc740150f82a48355.png

Vanaf versie 7.0.7 zijn de velden ‘X-positie map’ en ‘Y-positie map’ verwijderd uit deze tabel. De velden zijn overbodig geworden in de loop van de tijd. Voor plattegronden zie verder Plattegronden.

Bij de kastcode zelf geeft u door een code in rubriek Onderverdeling aan of deze hulptabel aangeroepen moet worden om op grond van een van de volgende mogelijkheden: Hoofdwoord ~ Siso ~ Genre ~ sCat ~ Taal ~ Leeftijdcategorie ( H- G- S- T- L) de juiste sorteerbak of plek vast te stellen.

In deze hulptabel kan dan per vestiging/kast worden opgegeven hoe de gevonden waarde van de ingesteld rubriek moet worden vertaald naar een sorteerbak en/of plek.

Veld Uitleg

Vestiging

de betreffende vestiging

Kastcode

de kast die gesplitst onderzocht moet

Zoekcode

max 4 pos, zie uitleg hieronder

Omschrijving

vrij

Sorteerbak

2 posities gewenste sorteerbak

Verwerking

De verwerking is als volgt: Met de opgegeven variant in de kastentabel (H- G- S- T- L) zal OCLC Wise onderzoeken of het exemplaar voldoet aan een regel in deze tabel. In het veld 'Zoekcode' kan een waarde van vier posities worden ingevuld. Die vier posities werken alleen bij scats. Voor alle andere mogelijkheden worden zoekwaardes van twee of één posities onderzocht. Bv bij variant H (hoofdwoord) zijn meestal de zoekcodes de losse letters: A, B, C, etc .

Er wordt steeds met een positie minder gezocht. Bij de scats zal dus gezocht worden op de volledige vier posities scat van het exemplaar, geen regel gevonden dan drie posities van de scat, geen regel gevonden dan twee posities, niets gevonden dan een positie.

Bij de andere mogelijkheden zal gestart worden met twee posities, geen regel gevonden dan een positie. Indien in deze tabel geen juiste regel wordt gevonden, zal Wise de sorteerbak danwel plek op grond van de kast zelf teruggeven.

Voorbeeld
Vestiging 1234 heeft drie sorteerbakken (13, 20 en 21) voor de romans. Alle romans (kastcode ROM) mogen in sorteerbak 13, met uitzondering van hoofdwoord A-B en V-Z. Vestiging 1234 zet dan in kast ROM sorteerbak = 13 en in rubriek onderverdeling de H van Hoofdwoord. Zie ook Instellen van lokale plaatsing.

Neem in tabel PLTOND voor iedere letter die niet in sorteerbak 13 moet komen een regel op, om te zorgen dat exemplaren met hoofdwoord A-B en V-Z niet in sorteerbak 13 terecht komen:

  • kastcode ROM zoekwaarde A – sorteerbak 20
  • kastcode ROM zoekwaarde B – sorteerbak 20
  • kastcode ROM zoekwaarde V – sorteerbak 21
  • kastcode ROM zoekwaarde W – sorteerbak 21

etc.

Indien gesplitst moet op Hoofdwoord of Scat wordt in het exemplaar zelf gekeken, bij de andere gevallen wordt in de titelbeschrijving gezocht.

(TABPLD) Plaatsingsopmerkingen

De definitie van eventuele aanvullende teksten bij de Muziekindeling in TABSMM (VS8) of de Bladmuziekindeling in TABSBL (etiketmethode VS7).

(TABPLE) Etiket methodes

In systeemtabel TABPLE staan alle etiketmethodes. Hier kunnen de methodes uit- of juist ingeschakeld worden. Alleen de codes met 'In gebruik JA' worden in tabel kastcon aangeboden.

Voor opgave van de exemplaar-velden die bij ieder type etiket betrokken zijn, zie Etiketten en plaatsen.

Bij de standaard-NBD-etiketten horen etiketmethodes:

  • JF - VF (JG – VG): (jeugd – volw. fictie Nederlands)
  • JFT – VFT (JGT – VGT): (jeugd – volw. fictie + taal van de titel)
  • JFO: (jeugd met thema-/ TABPLE vormtrefwoord)
  • JP - VP: (jeugd – volw. PIM)
  • JS - VS: (jeugd – volw. Siso/muziekindeling)

Voor buitenlandse collecties (bijv. Arabisch of Japans) ook:

  • JST – VST: siso + taal van de Titel
  • JPT – VPT: pim + taal van de Titel

Voor Waargebeurd exemplaren (alleen bij volwassenen)

  • VFW - VSW - VPW: WAAR in het exemplaar, WAAR! op siso of PIM-, of evt. fictie-etiket

 Let op: dit wordt aan het exemplaar toegevoegd onafhankelijk van titelgegevens! Daardoor alleen efficiënt te gebruiken met een scat op onderwerp 'Waargebeurd' (handmatig WAAR in een exemplaar levert ook het gewenste etiket op, maar dan kan je het etiket niet genereren).

Opbouw etiketmethodes

Alle etiketmethodes zijn op dezelfde manier opgebouwd:

Positie 1

  • J: Jeugdgegevens spelen een rol (leeftijdcat. uit de titel wordt bij ex opgeslagen).
  • V: Jeugdgegevens spelen geen rol.
  • X: De gegevens zijn niet te interpreteren – handmatig – vooral voor bijv. magazijnen met andere dan NBD-etiketten, archieven, musea.

Positie 2

  • F: Exemplaren hebben een fictie-etiket.
  • G: Identiek als F, maar op het scherm wordt voorafgaand aan het hoofdwoord de omschrijving van het icoontje horend bij het 1e genre gezet - omschrijving wordt gehaald uit tabel TABGEN/GNI (zie Systeemtabellen SCAT beheer).
  • S: Exemplaren hebben een siso of (blad)muziekindeling OF gegevens die in rubriek plaatsopm staan (en daardoor op een Siso-etiket zouden passen (muziek, bladmuziek, magazijnetiketten).
  • P: Exemplaren hebben een Pim-etiket.

Positie 3

  • T: Voor taal (Nederlands wordt genegeerd!), bij fictie, siso- of Pim-etiketten. Voor bijv. een 'Arabische collectie' of 'Hebreeuwse collectie' waarbij 4 posities voor de taal van de publicatie meedoet in de plaatsing. Die taalcode wordt gezocht in tabel Titels en SCATbeheer > Titels > Systeemtabellen > (TABL21) Taal titel (MARC21)) > veld 'Taal romans'.
  • O: Voor Onderwerpen uit de Thema-/Vormtrefwoordenthesaurus. Deze worden geleverd bij Peuter- en Kleutertitels
  • W: Voor de tekst WAAR in de exemplarenrubriek nivo en WAAR! op het rugetiket (alleen bij Volw.-methodes omdat de jeugd op deze plek al Leeftijd heeft).
  • <leeg>: Voor siso-/pim-/muziek indeling en voor Nederlandstalige fictie

Speciale gevallen: reeksen en muziek

  • VS7: bladmuziekindeling uit TABSBL + omschr uit TABPLD of TABSBL zelf
  • VS8: muziekindeling uit TABSMM + omschr uit TABPLD of TABSMM zelf
  • VSC: CDR-bestelnr in de plaatsing (etiketten met stylesheet cd-label_cdr...)
  • JSR/VSR: serietitel + serienummer

Etiketmethodes startend met B

clipboard_ea9108c0c9816cd15c10430b9e20404e1.png

Vanaf versie 7.0.7. komen hier drie etiketmethodes bij:

clipboard_ee0fc4a0f1cb58c7461424de2ec3fef4b.png

Positie 1

  • B  specifiek voor België  

Positie 2 en 3

  • AV: Exemplaren hebben een etiket met alleen het leesniveau (AVI) vermeld (vanaf 7.0.7.)
  • GJ: Exemplaren hebben een fictie-etiket, maar op het scherm wordt voorafgaand aan het hoofdwoord de omschrijving van het icoontje horend bij het eerste genre gezet - omschrijving wordt gehaald uit tabel TABGNJ zie Scatbeheer) en bij de exemplaren spelen de jeugdgegevens een rol.
  • GV: Exemplaren hebben een fictie-etiket, maar op het scherm wordt voorafgaand aan het hoofdwoord de omschrijving van het icoontje horend bij het 1e genre gezet - omschrijving wordt gehaald uit tabel TABGEN/TABGNI (zie Scatbeheer) en bij de exemplaren spelen de jeugdgegevens geen rol.
  • BH1: Alleen de eerste letter van het hoofdwoord komt op het etiket.  (vanaf 7.0.7.)
  • BHT: Hoofdwoord en taal komen op het etiket  (vanaf 7.0.7.)
  • MN: Exemplaren hebben een muziekindeling volgens NBLC indeling.
  • MV: Exemplaren hebben een muziekindeling volgens Vlacc indeling.
  • RK: Exemplaren hebben een etiket uit de TABSER.
  • SJ: Exemplaren hebben een siso of (blad)muziekindeling OF gegevens die in rubriek plaatsopm staan (en daardoor op een Siso-etiket zouden passen (muziek,   bladmuziek, magazijnetiketten)  en de jeugdgegevens spelen een rol.
  • SV: Exemplaren hebben een siso of (blad)muziekindeling OF gegevens die in rubriek plaatsopm staan (en daardoor op een Siso-etiket zouden passen (muziek, bladmuziek, magazijnetiketten) en de jeugdgegevens spelen geen rol.
  • ZJ: Exemplaren hebben een zizo etiket  uit CLS93 (zie Scatbeheer).
  • ZK: Exemplaren hebben een zizo etiket  uit CLS92 (zie Scatbeheer).
  • ZV: Exemplaren hebben een zizo etiket  uit CLS94 (zie Scatbeheer).

Etiketmethodes startend met U

Etiketmethodes speciaal voor de US ontwikkeld.

Positie 1

  • U  specifiek voor US

Positie 2 en 3

  • FJ: Fictie exemplaren voor de jeugd - geen hoofdwoord op het etiket .
  • FV: Fictie exemplaren - geen hoofdwoord op het etiket.
  • DJ: Exemplaren voor de jeugd hebben een dewey-indeling - geen hoofdwoord op het etiket.
  • DV: Exemplaren hebben een dewey-indeling - geen hoofdwoord op het etiket.

(TABPMT) Plaatsing ontvangen materialen

Het doel van deze tabel is om aan te kunnen sturen dat nieuw ontvangen materialen tijdelijk afwijkend worden geplaatst.

  • Code = 6 pos
  • Pos 1-4 Vestigingsnummer (VVVV)
  • Pos 5-6 RMT-materiaalcode
  • Omschrijving 30 pos.
  • Tijdelijke kast 3 pos

De opgegeven kastcode moet als tijdelijke kast zijn opgenomen in de kastentabel van de betreffende vestiging. Hiermee zal een exemplaar tijdens het koppelen met bestelbestanden in de hier opgegeven tijdelijke kast geplaatst worden.

(TABMRW) Marketing Werelden

image-1.png

Als onderdeel van de Marketingmodule Plus (onder licentie) wordt een aantal nieuwe rapporten en tellingen toegevoegd om het leengedrag van klanten te kunnen analyseren bij het gebruik van een werelden-indeling van de materialen in de bibliotheek.

Hiervoor moet op systeem-niveau een (algemene) wereldindeling worden vastgelegd. Elke wereld kan worden onderverdeeld in afdelingen (zie Marketing Afdelingen). Per bibliotheek moet per kast worden vastgelegd in welke wereld/afdeling de kast moet worden opgenomen.

Voor gebruikers van de Marketingmodule Plus zal maandelijks (op basis van de laatste twaalf maanden) per klant worden bepaald in welke wereld/afdeling een klant leent. Op basis hiervan zal per klant een klantlabel voor de primaire wereld, de secundaire wereld en de tertiaire wereld worden bepaald. Gebruik van deze tabel is voorbehouden aan gebruikers van de Marketingmodule Plus.

Elke wereld moet een code krijgen van 01 t/m 99. Letters of andere tekens zijn niet toegestaan.

Per wereld kan daarnaast een kleurcode in hexadecimalen worden opgegeven. Deze wordt door OCLC Wise gebruikt om in de Webcat de werelden, inclusief de bijbehorende afdelingen, in een specifieke kleur te presenteren. De waarde van de kleurencodes wordt meestal voorgeschreven binnen het gebruikte winkelconcept.

Kleuren in hexadecimale waarden:

Kleur

Hexadecimale waarde

Kids 0-8

#9b3686

Jeugd 8-12

#00aeac

Jong 12+

#fdc528

Liefde & Leven

#bac427

Spannend & Actief

#e52345

Literatuur & Cultuur

#63589d

Dromen & Ambities

#0098db

Reizen

#9c4d11

Antraciet

#505450

image-5.pngclipboard_e4603d4a73fa7e65ff069a9a4aec80132.png

(TABMRA) Marketing Afdelingen

Zie ook (TABMRW) Marketing Werelden. Per wereld uit de TABMRW-tabel moeten een of meerdere afdelingen worden gedefinieerd. Elke afdeling moet een code/nummer krijgen met een waarde 01 t/m 99, letters of andere tekens zijn niet toegestaan.

Voor gebruikers van de Marketingmodule Plus zal maandelijks (op basis van de laatste 12 maanden) per klant worden bepaald in welke afdelingen een klant leent. Op basis hiervan zal per klant een klantlabel voor de afdelingen worden gemaakt waarin wordt geleend. Hierbij zal voor maximaal 10 afdelingen (de top-10) een label worden gemaakt. Gebruik van deze tabel is voorbehouden aan gebruikers van de Marketingmodule Plus

De relatie tussen een Marketing-afdeling en een lener wordt gemaakt op basis van de kast waar het exemplaar stond op het uitleenmoment. Per kast moet hiervoor worden opgenomen in welke (marketing)afdeling een kast moet worden opgenomen.

Nadat deze marketingafdeling in de kastentabel bij de betreffende kast is opgenomen, kan de Wisecat+ deze gebruiken in plaats van de afdelingsomschrijving in tabel PLTAFD.

clipboard_e8ae509c090f4a0707c0a7a5e08779a1a.png

Een eventuele verdiepingsaanduiding in de afdelingstabel kan als extraatje (in het plectrum) worden getoond (positie 1-2 van de PLTAFD-tabel als positie 3 een spatie is). Zie ook (PLT) Plaatsen / kasten en (PLTAFD) Afdelingen.

Indien deze manier om werelden in de webcat te tonen gewenst is kunt u contact opnemen. Uw Webcat moet hiervoor namelijk wel eerst geschikt gemaakt worden.

Het is overzichtelijk om in dat geval dezelfde numerieke codes in tabel AFD (afdeling) te gebruiken.

(TABNAV) Navigatieschema soorten

Voor de gebruikers van de navigatiemodule moeten in deze functie de mogelijk te gebruiken navigatie-schema's worden benoemd.

Met de navigatiemodule kunnen gebruikers van een winkelconcept/formule de uitleen- en collectiegegevens gerapporteerd krijgen naar een in te stellen indeling van kasten naar werelden / afdelingen / etc. De licentie (NAVIGATIEMODULE) voor het gebruik van deze module moet per instantie worden gezet.

Voor verschillende groepen vestigingen kan een ander schema (opzet of indeling) van het winkelconcept worden gedefinieerd, bijv. voor kleinere bibliotheken een andere opzet dan voor grote stadsbibliotheken.

Per navigatieschema moet een code van (maximaal) twee posities en een omschrijving worden opgegeven.

In het vestigingenbestand moet per vestiging (Tabblad Exemplaren) worden opgegeven welk schema voor een vestiging moet worden gebruikt.

Navigatieschema's

Werking

Binnen deze functie moet per navigatieschema de inhoud/opzet van het schema worden opgegeven. Na keuze van een navigatieschema zullen de details van dit schema worden getoond. Binnen dit schema kunnen regels worden toegevoegd, gemuteerd en verwijderd.

In een navigatieschema zijn vier niveaus opgenomen:

  • Wereld
  • Afdeling
  • Categorie
  • Subcategorie

Binnen elk van deze niveaus MOET een waarde van 00 t/m 99 worden uitgegeven. Bij het definiëren van de onderdelen van een model zullen altijd alle onderdelen (niveaus) moeten worden opgegeven.

Het geheel van deze vier niveaus/codes wordt verder aangeduid als WACS-code.excel. Per WACS-code moet een omschrijvingsregel worden opgenomen. In deze regel moet de rubriek 'kast' LEEG blijven. Voor elk niveau moet een regel worden opgenomen.

In de opbouw van een model is een inhoudelijk gebruik van een Subcategorie en/of een Categorie/Subcategorie niet altijd vereist. Deze onderdelen krijgen dan in de WACS-code de waarde 00. WACS-codes waarbij geen kast(code) is ingevuld worden gebruikt om de omschrijving van een niveau op te geven. Voor een wereld moet dan bij Afdeling / Categorie / Subcategorie de waarde 00 worden opgegeven.Bijvoorbeeld:

  • 01 00 00 00 Geeft de omschrijving van wereld 01
  • 01 01 00 00 Geeft de omschrijving van Afdeling 01 binnen Wereld 01
  • 01 01 01 00 Geeft de omschrijving van Categorie 01 binnen afdeling 01 01
  • etc.

Per WACS-code kunnen een (of meerdere) regels met een kastcode worden opgenomen. Bij het invullen van de kastcode zal een tabel worden getoond met alle kastcodes (uniek) binnen het gehele systeem. Indien een kastcode meerdere keren voorkomt in het systeem zal in de hulpfunctie de omschrijving van de eerst gevonden kast worden getoond.

Deze omschrijving is verder niet van belang. Het is van belang dat de juiste kastcodes worden opgenomen per WACS-code.

Een voorbeeld: Schema/Model D = Dorpen

Schema

 

 

Wereld

 

 

Afdeling

 

 

Categorie

 

 

Subcategorie

 

 

Kast

 

 

Omschrijving

 

 

D

 

 

01

 

 

00

 

 

00

 

 

00

 

 

 

 

 

Literatuur en Cultuur

 

 

D

 

 

01

 

 

01

 

 

00

 

 

00

 

 

 

 

 

Literatuur

 

 

D

 

 

01

 

 

01

 

 

01

 

 

00

 

 

 

 

 

Literatuur

 

 

D

 

 

01

 

 

01

 

 

01

 

 

01

 

 

 

 

 

Romantische verhalen

 

 

D

 

 

01

 

 

01

 

 

01

 

 

01

 

 

RRO

 

 

Romantische verhalen

 

 

 

Bij het opvragen van bezits- en uitleenoverzichten met een navigatie-indeling zal opgegeven moeten worden op welk niveau het overzicht moet worden gemaakt:

  • wereld
  • wereld/afdeling
  • wereld/afdeling/categorie
  • wereld/afdeling/categorie/subcategorie

Binnen de opzet van een schema is het de bedoeling dat een kast(code) altijd naar slechts één WACS-code verwijst. Maar omdat bij het muteren niet wordt gecontroleerd of een kastcode binnen een schema al eerder is gekoppeld is het mogelijk om een kastcode te koppelen aan meerdere WACS-codes. Bij het maken van de overzichten zal OCLC Wise de gegevens van een kastcode altijd koppelen aan de eerste WACS-code binnen het schema.

Een schema wordt meestal opgezet voor meerdere vestigingen. Verwachting is dat de opzet van de plaatsing/kasten (kastcodes) voor deze vestigingen dan ook min of meer gelijk is.

Marketingindeling of navigatieschema?

Het gebruik van de marketingindelingen TABMRW (zie (TABMRW) Marketing Werelden en (TABMRA) Marketing Afdelingen) staat in principe los van de indeling en gebruik van de navigatiemodule.

De marketingindeling richt zich op de gebruikers (klanten) van een collectie. Een navigatieschema kent meer mogelijkheden voor detaillering en is uitsluitend gericht op het beheer van de collectie.

Als een bibliotheek al wel de marketingindeling heeft kan met behulp van een hulpfunctie een bijbehorend navigatieschema worden gegenereerd. In dit navigatieschema zullen daarbij alleen de werelden en de afdelingen worden gevuld.

De werkwijze hiervoor is als volgt:

  • Neem in de tabel TABNAV een code op voor dit nieuwe schema.
  • Voor de betrokken vestigingen moet deze code als navigatieschema worden opgenomen in het vestigingenbestand.
  • In de kastentabellen van deze vestigingen moet per kast de marketing-afdeling zijn opgenomen.

Hierna moeten de volgende procedures worden uitgevoerd door systeembeheer (vanaf de MYSQL-prompt): CALL tools_nav_plt("tabel","vest");

Hierbij moet in 'tabel' de code van het navigatieschema worden ingevuld en voor 'vest' het vestigingsnummer van de vestiging waarvoor het schema moet worden gegenereerd.

Als de opzet van de kastcodes voor de verschillende vestigingen die gebruik gaan maken van dit navigatieschema afwijkt, moet de procedure voor elke (afwijkende) vestiging worden uitgevoerd.

 

  • Was dit artikel nuttig?