Exemplaren systeemtabellen
(RMTSYS) Definitie RMT-tabel
Bij elk exemplaar moet worden opgenomen welk materiaalsoort het betreft.
Alle mogelijke materiaalsoorten worden op systeemniveau hier vastgelegd. Voor materiaalsoort wordt in OCLC Wise ook de term RMT (reglementsmateriaalsoort) gebruikt. De indeling van materiaalsoorten (RMT) wordt verder gebruikt voor het opzetten van de reglementen en in het definiëren van de reserveringsinstellingen. Indien voor meerdere mediumsoorten identieke statistische categorieën in gebruik zijn dient het materiaalsoort tevens om samen met het statistieknummer exemplaren te kunnen groeperen, 'herkennen' (ten behoeve van budgetten of plaatsing).
De code voor materiaalsoort bestaat uit maximaal twee posities.
In de opzet van de codering van de materiaalsoorten bepaalt de 1e positie vaak een hoofdmateriaal en de tweede positie een subindeling hiervan. Een subindeling is noodzakelijk als in de reglementen per submateriaal andere mogelijkheden ingesteld moeten worden.
Voorbeelden:
Boeken |
Games |
|||
---|---|---|---|---|
B |
Boeken (algemeen) |
G |
Games (algemeen) |
|
B2 |
Boeken volwassen-verhalend |
GL |
PLaystation2 |
|
B3 |
Boeken volwassen-informatief |
GM |
PLaystation3 |
|
B4 |
Boeken jeugd-verhalend |
GW |
WII |
|
B5 |
Boeken jeugd-informatief |
GX |
WII-U |
ij Boeken is hier de NBD-categorie gebruikt voor de tweede positie; bij Games is niet. Zo is de grote groep Boeken gesplitst per typering en de kleine groep Games opgedeeld naar soort.
Een in deze tabel nieuw aangemaakte / gewijzigde code wordt doorgezet naar de beide andere tabellen met materiaalcodes: RMTINS (zie (RMTINS) RMT instellingen per instantie) en RMT (zie Reglementsmateriaal).
Technisch is deze tabel opgeborgen in het bestand tabelitems.
Veld | Uitleg |
---|---|
Soort | RMTSYS |
Vestiging | 0000 |
Materiaal |
Twee pos – zie uitleg hierboven |
Omschrijving |
Vrij |
Magnetisch medium |
|
Administratiegroep reglementen |
Alle RMT's moeten een waarde 00 t/m 99 krijgen. Indien leeg zal 00 worden toegepast. Met deze instelling wordt de 3e en 4e positie van de boekingscode bepaald bij het boeken van boete, leengeld, reserveringskosten, ibl, etc. Zie Financiën: Boekingsstructuur. |
Tellen in leenrechtenmateriaal groep (tablrm) |
Voor materialen die moeten worden opgenomen in de leenrechteninstelling moet worden aangegeven in welke leenrechtengroep het materiaal moet worden geteld. Indien deze rubriek niet wordt gevuld zal het betreffende materiaal niet worden meegenomen in de rapportage. |
Tellen in BIS materiaalgroep (tabbis) |
Voor materialen die moeten worden opgenomen in de BIS-telling moet worden aangegeven in welke BIS-groep het materiaal moet worden geteld. Indien deze rubriek niet wordt gevuld, zal het betreffende materiaal niet worden meegenomen in de rapportage. |
Tellen in BNL materiaalgroep (tabbnl) |
Voor materialen die worden uitgewisseld in de BNL-servicebus kan worden opgenomen met welke omschrijving het materiaal moet worden gemeld. Indien geen waarde is opgenomen voor de BML-groep zal de omschrijving van het RMT worden meegegeven. |
Statistieknummer voor extern materiaal |
Invullen van een waarde uit de sct-tabel (scat) Bij het invoeren van extern materiaal zal de opgegeven scatwaarde direct worden opgenomen in het tijdelijke exemplaar. |
Materiaal mag nooit floaten |
Met deze optie wordt deze materiaalsoort systeembreed geblokkeerd voor floaten. |
Dagen voordat een exemplaar opnieuw mag floaten | Standaard geldt in NL en BE een termijn van 30 dagen. De termijn is muteerbaar gemaakt en floaten werkt voorlopig alleen met de termijn van 30 en 0 dagen. |
Standaard (default) materiaal |
Kolom materiaal leeglaten of een ander RMT invullen. Hiermee wordt de terugval in het reglement geregeld. Dit werkt als volgt: Bij een materiaal B4 is (als voorbeeld) standaard materiaal B opgegeven. OCLC Wise zal nu eerst zoeken of er een reglementsregel met B4 aanwezig is. Indien dit niet het geval is en er is wel een reglementsregel B aanwezig zal OCLC Wise de gegevens van B gebruiken. Indien ook B niet aanwezig is, zal OCLC Wise zoeken naar de default en daarop terugvallen. |
Is Daisy-rom materiaal (voor optie BLKDAIS) |
In deze rubriek moet worden aangegeven welke materialen als daisy-rom-materiaal moet worden behandeld bij het uitlenen van daisy-rom's. Alleen de hier als daisy-rom ingestelde materialen zullen in de regeling worden opgenomen. |
(RMTINS) RMT-instellingen per instantie
In deze instellingen wordt onder andere een prijsafbouw geregeld en kan per instantie een aantal blokkades worden gezet. Bij meerdere instanties zal eerst de instantie moeten worden geselecteerd.
Na het oproepen van deze functie worden per instantie de op systeemniveau (tabel RMTSYS) gedefinieerde materiaalcodes getoond. Een in tabel RMTSYS nieuw toegevoegde code wordt direct in deze tabel RMTINS gezet. Eventueel gewenste instellingen moeten dan wel zelf nog worden aangebracht.
Op Instantieniveau kunnen alleen RMT-regels worden gemuteerd/gebruikt die op systeemniveau gedefinieerd zijn (in tabel RMTSYS).
Prijsafbouw / vervangingsprijs / restwaarde
Als een organisatie de prijsafbouw of een vervangingsprijs wil gebruiken, moet dat bij iedere RMT afzonderlijk ingesteld worden.
De achtervang via een terugval op een standaardmateriaal – zoals bij de reserveringsinstellingen – is voor deze tabel niet aanwezig.
Indien voor het bepalen van een restwaarde van nota-exemplaar gebruik moet worden gemaakt van een prijsafbouw (PAF) moet dit bij deze instellingen worden opgenomen.
Veld | Uitleg |
---|---|
Soort |
RMTINS |
Vestiging |
Ixxx |
Materiaal |
RMTcode |
Omschrijving |
Ingave vrij |
Vervangingsprijs in centen |
Deze prijs zal worden gebruikt als bij het exemplaar geen aanschafprijs kan worden gevonden. Deze prijs is excl. BTW. |
Minimale vergoeding in centen |
De te berekenen vervangingsprijs zal altijd minimaal dit ingestelde bedrag worden (vervangingsprijs minus afbouwpercentage). |
Als de vervangingsprijs 0 was vindt geen berekening, geen prijsafbouw, plaats en zal een hier opgegeven bedrag dus niets doen. Deze prijs in excl. BTW |
|
Afbouwpercentage |
Met welk percentage moet de prijs per afbouwperiode worden verlaagd. |
Afbouw per xx dagen |
Per hoeveel dagen moet de vervangingsprijs worden bepaald. |
Geblokkeerd voor verlengen | J/N, zie Blokkades |
Geblokkeerd voor publieksverlengen |
J/N, zie Blokkades Publiek betekent hier: in de Pubcat, Wisecat+. |
Blokkeren uitlenen zelfservice | JJ/N, zie Blokkades |
Norm nieuw materiaal |
|
Norm oud materiaal |
|
SIP2 mediatype | De standaard SIP-materiaalcodes kunnen worden opgenomen. Wanneer niets wordt ingevuld, zal OCLC Wise standaard het materiaal uit de exemplaren doorgeven. |
Verkoopcode (TABBLO) | Exemplaren die in de BCB-module voor verkoop in aanmerking komen worden van een verkoopcode voorzien aan de hand van de tabel blokkeringsmeldingen (TABBLO). Per RMT kan een verkoopcode gekozen worden. |
Voorbeeld:
Per 100 dagen moet de waarde met 10% worden verlaagd. Aanschafprijs = € 10,00
- Na 100 dagen is de waarde € 9,00
- Na 200 dagen is de waarde € 8,10
- Na 300 dagen is de waarde € 7,29
- etc.
Bij de uiteindelijke nota doen ook btw en een afronding mee:
- als ouderdom wordt gerekend: inleverdatum minus ontvangstdatum
Stel de ouderdom is met bovenstaande instelling 220 dagen.
- na 200 dagen is de waarde € 8,10
- de resterende 20 dagen worden naar rato berekend: € 8,10 - ((10/100)*(20/100)*€ 8,10) = € 7,94
Daar wordt dan de btw bij opgeteld en het geheel wordt afgerond op 5 cent.
Blokkades
Soort blokkade | Uitleg |
---|---|
Geblokkeerd voor verlengen |
J/N |
Geblokkeerd voor publieksverlengen |
J/N - Wanneer deze optie op Ja staat, mag je deze materialen niet verlengen in Mijn Menu. |
Blokkeren uitlenen zelfservice |
J/N - Wanneer deze optie op Ja staat, mag je deze materialen niet uitlenen via de zelfservice. |
Een materiaalsoort kan worden geblokkeerd voor innemen via de zelfservice.
Ingesteld kan worden of een materiaalsoort moet worden geblokkeerd voor de hele instantie.
De RMTINS-tabel wordt niet gevuld vanuit de conversie en moet worden aangemaakt zodra een nieuw Wise-systeem in gebruik wordt genomen.
NB. Via Manager > Poort en profielbeheer > Profielen > ZUS-profielen > veld 'Inname materiaalsoort blokkeren' kunnen materiaalsoorten worden geblokkeerd voor alle automaten die dat desbetreffende ZUS-profiel gebruiken. Qua functie is het voor beide echter hetzelfde.
(LBLEXM) Labelnummers
Op verschillende plaatsen kent Wise de mogelijkheid om exemplaarnummers te genereren. In deze functie moeten de instellingen hiervoor worden onderhouden. De instellingen hiervoor worden per vestiging bijgehouden. Dit is de vestiging waarvoor de exemplaarnummers moeten worden gegenereerd.
Per vestiging kunnen de volgende rubrieken worden ingevuld:
Veld | Uitleg |
---|---|
Soort | LBLEXM |
Vestiging | Vestiging |
Omschrijving | Omschrijving |
Scanmethode |
Welke scanmethode moet worden gebruikt om het exemplaarnummer te genereren/ maken. Methodes 1-2-6-8 zijn algemeen in gebruik, lokaal in gebruik zijn 3 (enkele OBD-vestigingen) ~ 4 (CBD/Fers) 1 = Standaard Wise (voorloopcijfer 3 - 12 posities – controlegetal) 2 = Standaard Wise zonder controlecijfer (13 pos zonder controlegetal). Deze methode is bij uitstek gechikt voor scholen, omdat de barcodes per definitie herleidbaar zijn tot de baisi bibliotheek en de bijbehorende schoolvestiging.
(aangezien gebruik van ISBN's als barcode zoveel mogelijk tegengehouden wordt zijn de vestigingsnrs 9789 of 9799 in combinatie met deze methode niet te gebruiken). 3 = Elfproef (Plessey) (11 pos met elfproef) 4 = CBD-methode (11 pos met elfproef) 6 = Datapoint-/Tobias methode (10 pos zonder controlecijfer) 8 = Concerto-methode (11 pos met controlecijfer) Invullen scanmethode is overbodig, er worden geen exemplaarnummers in OCLC Wise gegenereerd. Sinds 2022 is het sporadisch toch in gebruik. |
Etiket omschrijving |
Welke omschrijving voor de vestiging moet worden afgedrukt op het etiket. |
Labelvestiging |
Welk vestigingsnummer moet worden opgenomen in het exemplaarnummer. |
Laatst uitgegeven volgnummer: OCLC Wise houdt in deze tabel het laatst gegenereerde barcodenummer bij in 3 series. Per functie moet met een andere serie worden gewerkt, bijv. een serie vanaf 10- miljoen, een serie vanaf 20-miljoen, en een serie vanaf 30-miljoen. Deze instelling en het gebruik moet goed worden bewaakt. Als u een scanmethode met een volgnr van 6 cijfers gebruikt kiest u bijvoorbeeld 000000 // 200000 // 300000. Per functie wordt het laatst uitgegeven volgnummer getoond. Dit volgnummer is muteerbaar. |
|
Vrije exemplaarnummers |
Wordt gebruikt bij printen vrije nummers |
Order exemplaarnummers |
Wordt gebruikt vanuit de acquisitie |
Tijdschriften exemplaarnummers |
Wordt gebruikt vanuit de tijdschriftenadministratie Hoeft niet ingevuld te worden voor Belgische bibliotheken. |
Koppelmethode |
Op welke wijze moet het exemplaarnummer worden uitgegeven bij het (koud) koppelen (menu-ingang 'Koppelen'). Zie Koppelmethode verderop op deze pagina voor meer informatie. |
NBD/MEU koppelmethode |
Op welke wijze moet het exemplaarnummer worden uitgegeven bij het uitgeven/genereren van exemplaren vanuit de acquisitie (menu-ingang 'Koppelen met bestelbestanden'). Zie Koppelmethode verderop op deze pagina voor meer informatie. |
Labelformaat |
Default is 9 0=LETTER; Toelichting: Het komt sporadisch voor, maar ook achteraf (na het koppelen) is het mogelijk een barcode te printen: Voor het printen van dergelijke losse barcodes is een voorbeeld-stylesheet beschikbaar. Dit voorbeeldstylesheet kan naar eigen smaak worden aangepast: lettertype, afmetingen, grootte - en opgeslagen onder bij voorkeur eigen naam. Een dergelijk stylesheet kan als default worden opgegeven in de Client-configuratie -tabblad randapparaten |
Prefix barcode | Voorloopnummer |
Koppelmethode
De koppelmethode, te vinden in beide koppelschermen, geeft aan hoe in de Client bij het koppelen moet worden omgegaan met het exemplaarnummer en ook hoe in combinatie met de juiste RFID-plaat het exemplaar moet worden geconverteerd.
Een koppelmethode bestaat uit drie posities.
1e positie
Als deze positie leeg is, dan wordt als '1' gewerkt.
Cijfer | Uitleg |
---|---|
1 |
Ingave eigen exemplaarnummer (ZONDER RFID-tag). Bij het koppelen zal worden gevraagd om ingave van het te gebruiken exemplaarnummer. Indien gewenst kan hiervoor ook het 'landelijke' nummer van de RFID-tag worden gebruikt. |
2 |
Genereer eigen nummer (ZONDER RFID-tag) (volgens de LBLEXM-instelling). OCLC Wise zal een exemplaarnummer genereren. Voor België: De barcode bestaat uit 14 posities en kent geen controlegetal. Het controlegetal dient door de chipleverancier of door de driver te worden geschreven in de chip. De methode hiervoor wordt bepaald door het model (Nederlands of Deens). Als een exemplaarnummer door OCLC Wise wordt gegenereerd zal het altijd beginnen met "30001". Andere reeksen worden door Cultuurconnect beheerd in een externe administratie, de reeksen beginnen met "30003", “30004”, enz. De reeks beginnend met “30002’ is voor Medio Europe gereserveerd. |
3 | OCLC Wise zal het landelijk nummer uit de RFID-tag lezen en dit als exemplaarnummer gaan gebruiken. |
4 | Alleen als er in de RFID-tag geen “landelijk” nummer wordt gevonden zal OCLC Wise een “landelijk” nummer uitgeven volgens de ingestelde series (zie Systeeminstellingen). |
5 | Ingave eigen nummer. Dit nummer zal als “lokaal” exemplaarnummer ook worden opgenomen in de RFID-tag. |
6 | Genereer eigen nummer. Dit nummer zal als “lokaal” exemplaarnummer worden opgenomen in de RFID-tag. |
7 (vanaf versie 7.0.7) | Scan landelijk nummer |
8 (vanaf versie 7.0.7) | Genereer landelijk nummer |
Bij methodes 1, 2, 7 en 8 zal een RFID-plaat/tag worden genegeerd.
Bij methodes 3 t/m 6 moet een RFID-plaat (met RFID-licentie) beschikbaar zijn.
Bij methode 3 t/m 6 zal tevens het ISIL-nummer worden weggeschreven in de RFID-tag. Het ISIL-nummer moet zijn opgenomen bij de betreffende vestiging.
Voor methode 4 moet de organisatie gerechtigd zijn. De toegewezen series die Wise mag gebruiken dienen in de systeeminstellingen ingevuld te zijn (zie Systeem-instellingen, vestiging 0000).
2e positie
Letter | Uitleg |
---|---|
G | Genereer een barcode en print een label |
N | Geen barcode printen |
P | Print het label (bijv. als je ook nog een barcodelabel op het exemplaar wil plakken) |
<spatie> | = N (geen barcode printen) |
3e positie
Cijfer | Uitleg |
---|---|
0 | Zet beveiligingsbit UIT |
1 | Zet beveiligingsbit AAN |
<spatie> | Wise mag niets doen met het beveiligingsbit |
(TABAFR) Afschrijfreden
Bij het afschrijven van exemplaren kan een afschrijfreden worden meegegeven. De afschrijfreden is een code van 1 positie.
De code is vrij met uitzondering van:
- B = Boekvergoeding (Materiaalvergoeding)
- D = Deurwaarder
Deze twee codes worden door Wise vanuit OCLC Wise-functionaliteit toegekend.
De afschrijfreden wordt als substatus opgeslagen bij een afgeschreven exemplaar.
(TABBIJ) Bijlagemeldingen
In combinatie met RFID-tags kunnen de meeste automaten op basis van de RFID-tags exemplaren met (RFID)bijlagen uitlenen.
Hebben bijlages geen eigen RFID, dan kan per titel en/of per exemplaar een bijlagecode worden opgenomen. Dergelijke bijlagecodes moeten in deze tabel worden gedefinieerd.
De code is 1 positie.
Per code kunnen de volgende rubrieken worden opgenomen:
Veld | Uitleg |
---|---|
Soort | BIJ |
Code | Bijlagecode |
Omschrijving |
Omschrijving van de bijlage |
Overtreedbaar door publiek |
J/N |
Bijlagecodes N en O
De codes N en O hebben een specifieke werking. De bijlagecode 'N' is gereserveerd voor het aangeven dat de omschrijving van de bijlage is opgenomen in de bijlagemelding van het exemplaar. De bijlagecode 'O' is gereserveerd voor de mogelijkheid om als bijlagemelding de inhoud van de rubriek exemplaar-opmerking te tonen. Hiermee kan een exemplaar-afhankelijke bijlagemelding worden gemaakt. De bijlagemeldingen uit het opmerkingenveld volgen dan de instelling uit deze tabel bij de zelfservice.
Bij gebruik van uitleenautomaten worden exemplaren met bijlagen standaard geweigerd. Op een automaat met een SIP-plus-uitbreiding kan de lener zo'n bijlage-blokkade overrulen door te bevestigen dat de bijlage daadwerkelijk aanwezig is.
Dan moet wel bij de betreffende bijlagecode in deze tabel 'overtreedbaar door publiek' op 'Ja' staan. Bij automaten zonder uitbreiding heeft zo'n 'Ja' geen enkele zin.
(TABBCL) Bijzondere collecties
Bijzondere collecties worden gecodeerd in een code van drie posities. Deze code kan gebruikt worden bij het bepalen van het budget en plaatsing en uiteraard als selectie-middel.
Deze bijzondere collectie heeft veelal te maken met wijze waarop de exemplaren zijn verkregen (bijv. uit een nalatenschap) of zijn aangeschaft (speciaal potje of Standing Order). Het gaat dus om de herkomst van de exemplaren.
Deze tabel komt ook voor in de Manager bij Bestellen en Koppelen > Budgetten > Systeemtabellen.
Veld | Uitleg |
---|---|
Soort | BCL |
Code | Drie posities: 0-9 en/of A-Z |
Omschrijving | Vrij |
(TABBLO) Blokkeringsmeldingen
Als een exemplaar om een bepaalde reden moet worden onderschept of moet worden geblokkeerd voor uitlenen, kan in het exemplaar een blokkeringscode worden opgenomen. Aan de code kunnen eigenschappen van de blokkering worden meegeven.
Veld | Uitleg |
---|---|
Soort |
BLO |
Code |
De code geeft de reden van de blokkering aan. De code is 1 positie (A, B etc.). Ook kan een numerieke waarde worden ingegeven (1, 2 etc. ).
|
Omschrijving |
|
Reden tonen bij innemen |
Aan-/uitvinken |
Reden verwijderen na innemen |
Aan-/uitvinken |
Reden blokkeert honoreren reserveringen |
Aan-/uitvinken |
Reden tonen bij uitlenen |
Aan-/uitvinken |
Toon aanvullende berichtdetails |
In de Client kan bij seriemutatie aanvullende informatie ingevuld worden bij de blokkeringsmelding |
Na innemen uitlenen aan vestiging |
Aan-/uitvinken |
Afschrijfprijs in centen |
Prijs in centen. Deze prijs wordt (als de code numeriek is) in de client bij het afschrijven als keuze aangeboden, wanneer de knop 'Naar verkoop' is aangevinkt |
Afschrijfreden |
Maak een keuze uit de tabel (de inhoud van TABAFR wordt getoond). De afschrijfreden zal worden opgenomen bij afschrijven. Bij gebruik van de BCB-module kunnen exemplaren op de exemplaren actielijst gezet worden. In dat geval dient de blokkeringsmelding van een afschrijfreden voorzien te zijn. Meer informatie is te vinden in de handleiding BCB module. |
Wise Client-bon |
Moet in de Client een blokkadebon worden geprint. |
Code O = Opbergnummer
De algemene blokkade met code O wordt door het systeem gebruikt om in de balie een Opbergnummer-melding te tonen. Dit is van belang voor de schoolWise-webshop.
Zet hiervoor vinkjes bij 'Reden tonen bij innemen' en 'Reden verwijderen na innemen'. De werking hiervan is als volgt:
- Indien een exemplaar blokkade O heeft maar nog geen opbergnummer, dan zal bij innemen een melding verschijnen met daarin de omschrijving van de blokkade, bijvoorbeeld 'Opbergnummer checken'.
- Indien een exemplaar blokkade O heeft + gevuld opbergnummer-veld, dan zal bij innemen een melding verschijnen met daarbij tussen haakjes het opbergnummer.
- Werkt zowel voor stafvestigingen als uitleenvestigingen, maar let op: de te checken exemplaren dienen geen status B te hebben.
(TABSAN) Saneringsredenen
Deze tabel wordt nog niet gebruikt in OCLC Wise.
(TABLRM) Leenrechten materiaalgroepen
Voor de Leenrechtentelling moeten de verschillende materiaalsoorten (RMTSYS) worden gegroepeerd naar de indeling zoals deze door de stichting Leenrecht wordt gevraagd.
In deze tabel worden de benodigde materiaalgroepen gedefinieerd. In de RMTSYS-tabel moet per RMT worden aangeven in welk groep het materiaalsoort voor de leenrechten moet worden geteld. Deze indeling moet worden gemaakt naar de door stichting leenrecht gewenste indeling.
Voor 2011 is deze:
Materiaalgroep | Uitleg |
---|---|
Geschriften |
Boeken, bladmuziek, tijdschriften, documentatiemappen en diaseries |
Luisterboeken |
audio cd's |
Audio hits |
lp's, cd's, minidisks en muziekcassettes vermeld in de hitlijsten |
Audio niet-hits |
lp's, cd's, minidisks en muziekcassettes |
Video/DVD hits |
video's, dvd's en Blu-rays vermeld in de hitlijsten |
Video/DVD niet-hits |
video's, dvd's en blu-rays |
Multimedia |
cd-roms, cd-i's en computerdiskettes 0,5172 |
Complete Muziekwerken |
partiturenpartijen 4,7240 |
E-Books |
e-books |
Kunstuitleen |
kunstwerk |
Een indeling voor de TABRLM zou kunnen zijn:
A = Geschriften
B = Luisterboeken
etc.
(TABBIS) BIS-materiaalgroepen
Voor de BIS-statistieken moeten de verschillende materiaalsoorten (RMTSYS) worden gegroepeerd naar de indeling zoals deze voor de BIS wordt gevraagd.
In deze tabel worden de benodigde materiaalgroepen gedefinieerd. In de RMTSYS-tabel moet per RMT worden aangeven in welk groep het materiaalsoort voor de BIS moet worden geteld.
(TABBNL) BNL-materiaalgroepen
Voor de uitwisseling met BNL moeten de verschillende materiaalsoorten (RMTSYS) worden gegroepeerd naar de indeling zoals deze door BNL wordt gevraagd.
In deze tabel worden de benodigde materiaalgroepen gedefinieerd. In de RMTSYS-tabel moet per RMT worden aangeven in welk groep het materiaalsoort voor BNL moet worden gerapporteerd.
(TABWLC) Werklijstsoorten
In de Client kunnen vanuit het werklijsten worden geprint via Exemplaren > Overzichten > Werklijst etiketten. Deze werklijsten sturen aan welke exemplaren op de een of andere manier een bewerking moeten worden ondergaan.
In deze tabel is opgenomen welke soorten meldingen er op de werklijst kunnen verschijnen. Het gebruik van de verschillende soorten wordt mede gestuurd door geïnstalleerde functies.
De volgende werklijstcodes zijn in gebruik:
Werklijstcode |
Omschrijving |
---|---|
A |
Afschrijven (BCB) |
C |
Controle exemplaar (gaat verdwijnen) |
H |
Herloceren |
I |
Revisie (BCB) |
J |
Naar beheerder/magazijn (BCB) |
K |
Kastcode onjuist (BCB) |
O | Overschot |
R |
Routeverplaatsing |
S |
Saneringsadvies (gaat verdwijnen) |
V |
Verkopen (BCB) |
W |
Wisselcollectie exemplaar retour naar eigenaar |
(NBCMAT) NBC+ materialen
Hulptabel bij IBL-V voor het omzetten van een NBC+ materiaalsoort naar een lokale materiaalsoort.
In de tabel NBC+ materialen wordt ingesteld welke materiaalsoort de geleverde materialen binnen het eigen OCLC Wise-systeem moeten krijgen. Het NBC-materiaal (IBLV DEFAULT) wordt in deze tabel vertaald naar een eigen materiaalsoort, waarvoor een specifieke reglement ingesteld moet worden. Er kunnen meerdere materialen worden gekozen.
Er kan gekozen worden om alle ontvangen IBL-V materialen te converteren naar slechts één eigen materiaalsoort. De eigen materiaalsoort kan bijvoorbeeld (het al bij meerdere organisaties in gebruik zijnde) materiaal BZ (Zoek en boekmateriaal) zijn.
NBC+ materialen met hun omschrijving, voor het geval een organisatie wil differentiëren:
NBC+ materialen |
Omschrijving |
---|---|
IBLV DEFAULT |
Default materiaal |
BOOK |
Boek |
ALBUM |
Muziek |
FILM |
Film |
SHEET_MUSIC |
Bladmuziek |
De gekozen materiaalsoort bepaalt het uitleengedrag. Voor IBL-V uitleningen zal veelal hetzelfde uitleenregime gelden. Advies is alleen IBLV Default in te stellen en te koppelen aan een IBL-materiaalsoort.
Meerdere materiaalvertalingen hebben dan alleen betekenis in de statistieken, maar zullen bij het onderhouden ervan leiden tot meerwerk.